Verlangen

verlangen

Waar kan ik rusten, wie vangt mij op
Ik smacht naar erkenning, een enkle schouderklop

wie ziet mijn strijden, wie ziet mijn verdriet
het voelt kil en koud, zo verder gaan wil ik niet.

Maar dan twinkelt een ster in de donkere nacht
alsof hij wilt zeggen, `k heb op je gewacht.

Eerst moest je strijden, eerst moest je doorzien
`t menselijk leven is gevuld met gegrien.

Pas dan straalt daar het licht
helder, zodat je je op het eeuwige richt.

Jij en de wereld , slechts een tijdelijke verschijnen
wachtend verlangend , tot het licht de almachtige zal schijnen.

Ik voel me ver, heel ver weg van huis,
Almachtige God wat verlang ik naar een thuis

Dan verschijnt er een lach op mijn gezicht
want ik ben verenigd met het goddelijke licht.

Opgenomen in de bron rustend in haar armen
vol van genade, liefde en erbarmen.

Warmte, liefde, zorgzaamheid
opgenomen in haar liefde buiten de tijd.

In de stilte als ik me met het ZELF verbind
zie ik dat ik innig en ten diepste wordt bemind.

Eef Lamers 8.9.2012