Weemoed
Weemoed De nevel druk zwaar op het doorweekte land, wilgen wenen zwaar aan de modderige waterkant. hun takken lusteloos, bewogen door ‘t water geen morgen ,geen gisteren, geen later. de rimpels, de stroom, gelaten, verveeld terwijl aan de slootkant een kind rustig speelt. Het ziet niet de treurnis van het winterse land, de boer vol … Lees verder