leven in een illusie.
Vanaf je eerste momenten in dit lichaam, verbind je je ermee.
Aanvankelijk steeds een tijdelijke verbintenis maar naar mate je er langer in verkeerd steeds meer en meer.
Totdat er geen verschil meer lijkt te zijn tussen jou en je lichaam, Jullie zijn één.
Alle indrukken alle sensaties zijn verbonden met dit lijf, die jij.
Met je denken gaat het al net zo, je raakt zo gewend aan die innerlijke gedachtenstroom
dat er geen onderscheid meer lijkt te zijn tussen jou en die gedachtenstroom.
Jij bent die gedachtenstroom.
Gedurende een groot deel van je leven verlies je schijnbaar het contact met de jij die je was voor lichaam en denken Af en toe vang je in een onbewaakt ogenblik een glimp op van die wonderschone jij, die alleskunner. Heel even ben je dan weer bevangen en geraakt door de schoonheid daarvan. Meestal als je geraakt wordt door iets moois in je buitenwereld.
Een zonsopgang, een vergezicht een prachtige boom of een wonderschoon mens.
Je wordt dan weer even herinnert aan die prachtige jij die je ooit was.
Helaas duurt zo`n moment maar even omdat je denken je direct weer in beslag neemt.
Gelijk ben je weer verbonden en geïdentificeerd met de vorm van lichaam en denken die je jij noemt.
Heel ons leven zijn we op zoek naar dat gevoel dat je krijgt als je bewust in contact komt met schoonheid ofwel liefde.
Niet de liefde in de verschijningsvorm die het aangenomen in onze menselijke relaties mar een goddelijke onvoorwaardelijke liefde. Een onvoorwaardelijk aanvaarden van wat er op dat moment is.
In menselijke relaties is zelden tot nooit sprake van aanvaarden wat er is. De ander moet je iets geven in welke vorm dan ook en dan waardeer je hem of haar. Maar op het moment dat dat geven ophoudt of slechts heel even ophoudt vliegt die zogenaamde liefde de deur uit en maakt plaats voor manipulerend gedrag. Je wordt boos verdrietig woedend en je probeert zo die ander te beïnvloeden om toch maar vooral te gaan doen of geven wat jij op dat moment denkt nodig te hebben. We hebben dan niet te maken met liefde maar met behoefte. Ik heb iets nodig en jij moet het me geven. Al moet ik je daarvoor mijn liefde en waardering onthouden.
Liefde heeft niets nodig en houdt niets achter. Liefde hoeft aan geen enkele voorwaarde te voldoen zij is er gewoon. Zij aanvaard gewoon alles dat er is en ziet dat het goed is.