Hoe komt het dat we bang zijn voor de dood?
Denken jullie dat een blad dat op de grond valt bang voor de dood is? Denken jullie dat een vogel met angst voor de dood leeft? Hij treedt de dood tegemoet als die zich aandient, maar hij maakt zich geen zorgen over dood gaan, hij is veel te druk bezig met leven, met insecten vangen, een nestje bouwen, zijn liedje zingen en met vliegen zuiver om het plezier van het vliegen. Hebben jullie ooit hoog in de lucht vogels zien zweven zonder een enkele vleugelslag, meegevoerd door de wind? Wat lijken ze daar eindeloos veel plezier aan te beleven! Zij maken zich geen zorgen over de dood. Als de dood komt, goed, ze zijn er klaar voor. Ze maken zich geen zorgen over wat er kan gebeuren, ze leven van ogenblik tot ogenblik, nietwaar? Wij mensen zijn het die ons altijd zorgen maken over de dood – doordat we niet leven. Dat is het probleem: wij zijn bezig te sterven, wij leven niet. De oude mensen staan al haast met één been in het graf en de jongeren blijven niet ver achter.
Kijk, wij worden zo in beslag genomen door de gedachte aan de dood omdat we bang zijn alles wat ons vertrouwd is kwijt te raken, al de dingen die we bijeengegaard hebben. We zijn bang onze vrouw of onze man, of een kind of een vriend te verliezen, we zijn bang alles wat we geleerd hebben, wat we bij elkaar gesprokkeld hebben te verliezen. Als we alles wat we bijeengegaard hebben mee zouden kunnen nemen – onze vrienden, onze bezittingen, onze deugden, ons karakter – dan zouden we niet bang zijn voor de dood, wel? Dat is de reden waarom we theorieën bedenken over de dood en het hiernamaals. Maar het is nu eenmaal een feit dat de dood het einde is, al willen de meesten van ons dat feit niet onder ogen zien. We willen het bekende niet achter ons laten, het is dus ons vasthouden aan het bekende dat ons angst bezorgt, niet het onbekende. Het bekende kan het onbekende niet zien. Maar de geest, die uit het bekende is opgebouwd, zegt: “Met mij zal het afgelopen zijn” en dat maakt hem bang.
Als je nu in staat bent van ogenblik tot ogenblik te leven en je geen zorgen maakt over de toekomst, als je zonder een gedachte aan morgen kunt leven – wat niet de oppervlakkigheid betekent van alleen maar met de dag van vandaag bezig zijn – als je, in het volle besef van het hele proces van het bekende, dat bekende kunt opgeven, helemaal kunt loslaten, dan zul je merken dat er iets verbazingwekkends gebeurt. Probeer het eens een dag – zet alles wat je weet van je af, vergeet het en kijk gewoon wat er gebeurt. Neem je zorgen niet mee van de ene dag naar de volgende, van het ene uur naar het volgende, of van het ene ogenblik naar het volgende. Laat ze allemaal los en je zult zien dat uit die vrijheid een heel speciale vorm van leven oprijst, die zowel het leven als het sterven omvat. De dood is niets anders dan dat ergens een einde aan komt en juist in het sterven vindt vernieuwing plaats.
J. Krishnamurti