Ogen flonkeren als sterren in de nacht,
je blik vastberaden, zacht,
Je wil om in dit leven,
het uiterste te geven,
geven al mijn streven kracht.
~~
Vogels zwieren door de lucht,
wind slaakt slechts een enkle zucht,
bomen hullen zich in zacht geruis
en mijn hart verlangt naar thuis.
~~~
Lichte tred door zonnestralen,
dansend sta ik in jouw licht,
kan zo eeuwen met je dwalen
met het hart op hart gericht.
~~~
Vlokjes zweefden in de nacht.
Vlijden zich op aarde oh zo zacht
waardoor de wereld nu flonkert en straalt
en elk kind zijn rode neusje ophaalt.
~~
Verlang naar licht regen valt in vlagen,
bladeren vluchten voor de wind,
sombere gedachtes die me plagen,
tis in stilte dat ik mezelf hervind.
~~
Het hart verzacht, het hart verwacht
wil zich aan het licht verbinden,
de geest verstart de geest verwart
zal zich in het licht niet vinden
~~
Herfst toont zich van haar fraaiste kant,
maanlicht straalt aan waterkant.
Riet wuift, stilstand in bewegen,
Het alledaags geheel ontstegen.
~~
Laat liefde in je stromen,
laat liefde in je zijn,
je hoeft slechts bij je ZELF te komen,
om nooit meer onbemind te zijn.~
~~
Herfstige weemoed wil het hart bedaren.
Wil dierbare herinneringen aan jou en de voorbije zomer
diep in mijn hart bewaren.
~~
Jouw lach laat me voelen dat ik leef,
dat ik om ’t leven werkelijk geef.
Jij schept de belofte van eeuwig leven
jij kunt enkel liefde geven.
~~
Zomernacht streelt intens en zacht
en laat me intens ervaren,
troost me teder, belangeloos,
brengt het denken tot bedaren.
~~
Nacht laat zich voelen in al haar pracht.
Omarmt elk wezen met al haar kracht.
Laat me steeds weer zien
dat ik de hemel op aarde verdien.
~~
Luisteren naar vogelzang,
voel jouw warmte dicht naast mij,
zwaluw kriskrast door gevederde lucht,
voel me als een vogel vrij.
~~
Koelte van de avond valt en stilt ’t water,
gedachten over nu en over later,
jouw hand in mijn hand,
verstilling aan de waterkant.
~
Duister valt, wolken drijven,
eerste spatten op de grond,
heldre flitsen splijten wolken,
regen plens en goten kolken,
slapen tot de morgenstond.
~~
Ochtendlicht laat vogels zingen
laat kindren springen
zet het hart in vuur en vlam.
Ga genieten van ’t leven
alsof er nooit ’n morgen kwam.
~~
Als je mij kon zien, zoals ik jou kan zien,
hoe ik op aarde tracht te aarden,
Dan herken je in mij jezelf misschien
en onze goddelijke waarde.
~~
Laat de liefde in je groeien,
beleef het leven als een kind.
Dat met het leven wil gaan stoeien
en om zijn kindzijn wordt bemind.
~~
Staar in de nacht,
ervaar heel het leven,
jou adem zacht,
je leeft om te geven.
Jij bent steeds vrij,
jij leeft door mij.
~~
Wind ruist door takken,
laat bladren ruizen door de straat.
Wil de leegte uit mij drijven,
wil me binden zodat leegte overgaat.
~~
Soms voel je je onbemind en heel alleen,
al zijn er vele mensen om je heen.
In verwarring vol verdriet,
herken je de liefde in jezelf niet.
~~
Het doet mij verdriet,
want je ziet je eigen schoonheid niet,
niets in dit bestaan,
tast ooit je diepste zelf aan.
~~
Zon kleurt witte wolken, vrieskou in de buitenlucht
adem wolkt in `t ochtendgloren, leef met elke zucht.
~~