Bezinning
Geur van natte blaren vult de stilte van de nacht
een koele wind beroert mijn huid heel teder en heel zacht,
de tijd van versterven, van bezinning, breekt ellek jaar weer aan
de tijd om storm en regen, te ervaren te weerstaan,
Voel verlangen naar de stilte, naar verstilling in het hart,
wil geloven in de liefde, bevrijdt van alle smart,
Zoek de liefde van een moeder, weer mogen voelen als een kind,
wil tot het diepste van mijn wezen weten, ik wordt onvoorwaardelijk bemind.
Blaren vallen doelloos in de stilte van het bos,
en ik, ik laat gelaten, al mijn verlangen los,
Wil niets begeren niets meer weten, ik wil alleen maar zijn,
het ego overstijgen, buiten verdriet en buiten pijn.
Laat me in Uw armen rusten, `k geef me over aan de nacht,
want ik weet dat ondanks al mijn falen, U verlangend op mij wacht.
U kent mijn diepst verlangen, weet wat ik werkelijk voel,
U kent mijn diepste wezen en mijn ware levensdoel.
Mag in mijn kleinheid steeds geloven, al staat de grootsheid altijd vast,
in de hemel ben ik thuis en op aarde slechts te gast.
Eef Lamers 26.10.2014