Ruimte
Ik ben de ruimte waar alles in verschijnt. Lichamelijke sensaties, geluiden, beelden, indrukken gedachtes gevoelens. Het verschijnt allemaal in de ruimte die ik ben. Die ruimte is oneindig, oneindig liefdevol, oneindig vredig. Wat er ook in deze ruimte verschijnt, dat is prima.
Dat wat een oordeel of een veroordeling produceert op welk gegeven of welke vorm dan ook, is het denken. Als je je bewust bent van die oordelende en eventueel veroordelende gedachte, kun je bemerken dat die gedachte ergens in opkomt. Hij verschijnt in jouw bewustzijnsveld.
Als je hem slechts waarneemt en er verder geen aandacht of energie aan schenkt, verdwijnt hij vanzelf weer. Hij lost weer op in het al. Het was slechts een tijdelijk vorm, die zich even manifesteerde, even liet zien, en daarna weer oploste. Pas als je er aandacht aan gaat besteden, pas als je met de gedachte aan de gang gaat, hem aanziet voor waar of je verzet je ertegen in de trant van dit wil ik niet, dan blijft hij. Je geeft hem aandacht en energie of je probeert hem moedwillig tegen te houden dan is het resultaat dat hij blijft en dat je erover gaat malen. Dezelfde gedachte komt keer op keer weer terug, je bedenkt er allerlei verhalen of verklaringen om heen en daarmee maak je hem alleen maar groter en meer prominent, meer aanwezig in jouw bewustzijn.
Als je in staat bent om iedere gedachte en ieder gevoel er te laten zijn, ze alleen maar te zien als toevallige passanten dan stroomt hun energie vlot door en verdwijnt weer uit je blikveld.
Boeddha vergeleek gedachtes en gevoelens met witte wolken die drijven in de lucht. Het kunnen er veel zijn en soms is de blauwe lucht niet meer te zien, maar je weet dat daarachter die blauwe lucht volkomen onaangeroerd, onaangetast is. Die blauwe lucht is altijd gewoon hetzelfde.
Zo is het ook met jouw bewustzijn van de ruimte die jij bent. Jij bent de ruimte waar alles in verschijnt, je bent niet dat wat verschijnt. Dat zijn slecht tijdelijke vormen zonder enig belang.
Het belangrijkste is de ruimte waar ze in ontstaan. Dat is je werkelijke en diepste kern.
Je hoeft je niet te verbinden of te identificeren met de gevoelens of gedachten die voorbij komen.
Je kunt je zelfs afvragen of het jouw gevoelens en gedachten zijn. Als ze werkelijk van jou zijn, zou je dan geen andere prettigere meer opbouwende dingen willen denken? Zit je echt te wachten op dat egostemmetje dat alles wat je doet denkt of zegt van commentaar voorziet? En heb je wel eens geprobeerd die ik waar die gedachtes in op komen, te traceren? Kun je werkelijk aangeven waar die ik eigenlijk is? Je kunt naar je handen kijken terwijl die over het toetsenbord huppelen, maar kan je ook zien van waar uit er gekeken wordt? Dat wat we ik noemen is voor die ik niet waarneembaar. En je kunt al helemaal niet aanwijzen waar gedachtes en gevoelens vandaan komen en waar ze weer naartoe gaan. Gedachtes en gevoelens zijn vluchtige verschijnselen, zo zijn ze er en zo zijn ze weer weg. Als je wakker wordt staat het beeld van je droom je nog helder voor ogen. Maar enkel e seconden later zijn ze weer opgelost en wordt het terughalen moeilijk zo niet onmogelijk.
Eén ding is blijvend, één ding verandert nooit en dat is de ruimte waarin ze zijn ontstaan. Die oneindige vredige en liefdevolle ruimte die jij bent.
Eef Lamers 5.5.2012