Vergeven
haal het uit elkaar, ver geven. Op afstand geven,
je blijft op afstand, je zoekt geen toenadering.
vergeven is gebaseerd op de illusie van schuld. Je bent ergens schuldig aan.
Schuld is gebaseerd op de veronderstelling de illusie dat mensen iets bewust gedaan hebben, bewust gekwetst of verwond.
Meestal waren deze mensen niet bij bewustzijn. Ze waren het zichzelf niet bewust. Ze waren buiten hun bewustzijn, gevangen in gedachten/oordelen/vooroordelen en andere gedachtenconstructies.
Er valt niets te vergeven omdat er niemand te beschuldigen is. Iemand beschuldigen is onmogelijk, omdat er buiten jou niemand is, wij zijn allemaal deel van het geheel, een deel van het Al, van God.
Hoe kan je je eigen arm beschuldigen van een daad, een stomp of een klap bijvoorbeeld, zonder daarmee het geheel te beschuldigen.
Dat wat wij ervaren is de bedoeling, het houdt aan ons een spiegel voor, het toont je eigen overtuigingen, overtuigingen en meningen die gebaseerd zijn, op gedachten, overtuigingen en conclusies van anderen, van autoriteitsfiguren uit je verleden.
Je oordeel, de schuld, je mening je gedachten, zijn allemaal op een zeer los fundament gebouwd, op de aanname dat de dingen die gebeuren per ongeluk of bij toeval gebeuren,
dat jij los bestaat van een ander.De delen van een lichaam werken samen, voor een doel n.l.
dat lichaam, je lichaam drukt jou ervaringen uit en geeft je de mogelijkheid een ander te ervaren, situaties te ervaren. Ze, jij, al dat is drukt zich op deze wijze uit en ervaart zijn of haar eigen werkelijkheid.
Maak van je eigen werkelijkheid geen bewerkelijkheid, ga er niet mee aan de slag, laat het er gewoon zijn, neem het waar wordt het je, in al zijn facetten, gewaar.
Als je het helemaal in je hebt opgenomen is het verdwenen.
Dan dient zich weer het volgende aan. In een eindeloze rij, komt het allemaal voorbij.
Kom dichterbij, omhels de ander, hij/zij is een deel van jou, dan is vergeven niet meer mogelijk..Vergeven verandert dan in geven, geven aan de ander en dus aan je zelf.
Maak een gewoonte van dichtbij geven, dan ervaar je de ander niet meer als een abstract object buiten jezelf, maar meer als een deel van jezelf.
Jij bent de eeuwige waarnemer, onsterfelijk, steeds waarnemend, maar neem je waarneming niet voor waar aan, het is een illusie, dat wat voorbij gaat, dat wat voorbij gaat of aan verandering onderhevig is kan niet waar zijn, je kan het alleen maar gewaar zijn, je ervan bewust zijn, dat het voorbij komt.
Zo gauw als je gedachten, oordelen veroordelingen hangt aan dat wat voorbij komt, maak je het tot jouw waarheid, verbind je je ermee en ben je niet meer in de rol van waarnemer, maar in de rol van beoordeler. Op basis van gedachteconstructies en concepten ken je een waarheid toe aan dat wat voorbij gaat. Dat doe je voor je eigen voordeel of oordeel.
Het brengt je tijdelijke “winst” het bevestigt “jouw”waarheid jouw mening over jezelf, de ander of de situatie.
Jouw oordeel, vooroordeel of voordeel bestaat alleen maar in jouw gedachten, het is geen algemene waarheid, met andere woorden het is niet waar, niet iedereen neemt het zo gewaar. Je hoeft er dan ook niets mee, je hoeft het niet te bewaren, het gaat voorbij, je neemt er uiteindelijk niets van mee.
Laat je ervaringen geen aanvaringen zijn.
Eef Lamers