Veruit het grootste deel van de mensheid is niet verlicht, niet spiritueel bevrijd. Praktisch gesproken betekent dit, dat de grote meerderheid der mensen nog niet geestelijk volwassen is. Geestelijke volwassenheid betekent dat onze geest en onze ziel gevestigd zijn in waarheid, geluk en zelf-bewustzijn. Onze ziel bestaat uit drie aspecten: kenvermogen, gelukspotentieel en identiteits-besef. De ziel omvat drie van onze meest subtiele lichamen; het kennis-lichaam, het egolichaam en het gelukslichaam. Wanneer deze subtiele lichamen gedurende onze kindertijd, jeugd en adolescentie onvoldoende gevoed worden, of de onjuiste voeding krijgen, dan blijven deze drie wezenlijke karaktereigenschappen onderontwikkeld. Onze ziel blijft onderontwikkeld en onbekend gebied. Onze persoonlijkheid is dan niet echt bezield ofwel geïnspireerd. We zijn dan niet gevestigd in ware kennis. Noch zijn we gevestigd in blijvend geluk. Noch hebben we ons ware zelf gerealiseerd.
Aangezien deze betreurenswaardige situatie voor de grootse meerderheid der mensen geldt, is de conditie van het menselijke leven op aarde voor de meesten van ons een teleurstellende, pijnlijke en gevaarlijke aangelegenheid. Indien een mens zich niet bewust is van zijn ware zelf, en indien hij niet over een compleet inzicht in de aard van het leven vervoegt, en hij begrijpelijkerwijze geen blijvend geluk ervaart, dan ontwikkelt zijn ego allerlei strategieën, om toch nog enige mate van geluk in het leven te veroveren. Zolang het ware levensgeluk ontbreekt, en onze ziel ook niet weet waar hij dit kan vinden, schept onze ziel, waarvan het ego het centrale bestuursorgaan is, voor zichzelf een surrogaat geluk, waarvan hij denkt, dat dat het enige geluk is dat op aarde te vinden is. Ook schept hij zich een surrogaat kennis, waarvan hij denkt dat dit de enige kennis is die op aarde te vinden is. Ook schept het ego zich een soort surrogaat identiteit, waarvan hij denkt, dat dit de enige identiteit is die hij op aarde vinden kan.
Deze afwezigheid van echt zelfbewustzijn, ware kennis en waar geluk, produceert dus een wereld, waarin de mensen zich niet bewust zijn van hun gemeenschappelijke essentie. Dan wordt het leven gereduceerd tot een concurrentiestrijd tussen een oneindig aantal ego’s. Deze ego’s proberen elk voor zich een zo goed mogelijke positie in het geheel te bevechten. Geen wonder dan ook, dat het leven ervaren wordt als een strijd om het bestaan, en dat het recht van de sterkste niet alleen bij dieren maar ook bij mensen geldt.
Hieronder vind je een aantal strategieën die een ongelukkig en onwetend ego voor zichzelf ontwikkelt, teneinde zich enigszins goed te voelen. Elke strategie baseert zich op een of meer van de drie basis-emoties, die natuurlijk zijn voor een toestand van onwetendheid over de essentie van het leven, en die dus van nature bij kinderen optreden. Het gebrek aan geestelijke volwassenheid betekent dus per definitie dat men is blijven hangen in kinderlijke gemoedstoestanden, welke door de drie basisemoties beheersd worden: angst, verdriet en boosheid. Wereldwijd komen deze kinderlijke gemoedstoestanden tot uiting in de velen soorten fobieën, depressies en vormen van agressie.
Het strijdende ego.
Doordat men de heelheid van het leven niet kent, moet men werken met gedeeltelijke kennis. Deze doet het leven verschijnen als een strijd om het bestaan. Men probeert bij wijze van spreken goud- en zilvermijnen te veroveren, zonder dat men bevriend is met de eigenaar van het goud en zilver bevattende territorium. Onderliggende emotie: angst en boosheid.
Het beschuldigende ego.
Wanneer men diep in zichzelf weet, dat men zich schuldig aan iets gemaakt heeft (levensschadelijke activiteiten verricht heeft) en wanneer men zich deze schuld niet toegeven wil, ontstaat de neiging anderen van iets te willen beschuldigen. Hierdoor tracht men zich in een ‘beter dan anderen’ licht te plaatsen. Onderliggende emotie: angst.
Het veroordelende ego.
Het vermogen oordelen te vellen is een belangrijke functie van ons intellect. Zonder situaties en mensen te beoordelen, kunnen we geen stap maken in het leven. Maar wanneer men een emotionele ver-oordeling koppelt aan een oordeel, doet men dat in een poging zich vrij te praten van eigen morele gebreken. Men zoekt een soort zondebok, om eigen fouten niet te hoeven zien. Onderliggende emotie: angst.
Het kritische ego.
Zolang we de inherente perfectie van alles en iedereen niet kunnen waarnemen, worden we ons vaak pijnlijk bewust van de imperfecties die het leven op het uiterlijke vlak vertoont. Dit kan een gevoel van ergernis oproepen. Door vervolgens een kritische houding aan te nemen en onze medemensen te wijzen op hun fouten, proberen we de aandacht af te leiden van eigen tekortkomingen. Precies die fouten die we zelf hebben, maar niet willen erkennen, roepen bij ons ergernis op wanneer we deze bij anderen waarnemen. Onderliggende emotie: angst en boosheid.
Het beter wetende ego.
Ieder mens is in wezen perfect. Daarom is ieder mens diep van binnen, vaak onbewust tevreden met zichzelf en het leven. Onze essentie is inderdaad beter dan alles wat we op het uiterlijke vlak kunnen waarnemen. Daarom hebben veel mensen de indruk, beter te zijn dan anderen en een beter inzicht in het leven te hebben dan anderen. Dit kan menigeen ertoe verleiden zich beter dan de ander te willen voordoen. Men geeft de ander te pas en te onpas de indruk, dat men het beter weet dan de ander. Onderliggende emotie: angst.
Het arrogante ego.
Daar we als baby opgroeien te midden van grote en machtige figuren zoals onze ouders, lopen we allen een grote kans een minderwaardigheids-complex te ontwikkelen. Wanneer we vervolgens niet gecoacht worden in wijsheid en liefde, kan het zijn dat we in dit minderwaardigheidscomplex blijven steken. Daar dit onaangenaam aanvoelt, probeert menigeen het te verdringen en te compenseren. Zo schept men in zijn geest een soort meerderwaardigheids-complex, een kunstmatig superioriteitsgevoel, dat zich manifesteert als arrogantie. Onderliggende emotie: angst.
Het moraliserende ego.
Het menselijke gedrag verbetert zich, naarmate de mens zich meer bewust wordt van zijn spirituele en gelukzalige essentie. Zolang men echter geestelijk nog niet volwassen is, heeft men nog geen duidelijke ervaring van zijn goddelijke zelf, en daardoor is het gedrag automatisch minder dan ideaal. Tegelijk komen we in aanraking met religies, die ons voorschrijven hoe we horen te handelen in verschillende situaties. Wanneer we gehoor willen geven aan de oproep van religies om ideaal gedrag aan de dag te leggen, gaan we ons eigen gedrag en dat van anderen meten met de meetlat van ideaal gedrag. Gewoonlijk worden we dan zowel in onszelf als in anderen teleurgesteld. Wanneer we ertoe neigen onze eigen fouten te verdringen, gaan we ons ergeren aan de fouten van anderen. Dan ontstaat in menigeen de neiging anderen te willen voorschrijven hoe men hoort te leven. Zo probeert men zichzelf te verheffen boven de ander. Zo hoopt men in de ogen van soortgenoten een hoger aanzien te verkrijgen. Men wil de indruk wekken, beter te zijn als ‘die anderen’. Onderliggende emotie: angst.
Het zelfdisciplinerende ego.
Mensen die zichzelf aan een sterke zelfdiscipline onderwerpen, voelen diep van binnen, dat ze niet goed genoeg zijn zoals ze van nature zijn. Men bindt de strijd aan met bepaalde aspecten van zichzelf, die men probeert te overwinnen. Onderliggende emotie: angst en verdriet.
Het fanatieke ego.
Doordat men geen zicht heeft op het kosmische geheel, hebben mensen vaak de neiging een stuk waarheid dat ze ontdekt hebben, te overschatten. Men denkt in het bezit te zijn van de hele waarheid. Deze overtuiging wordt vervolgens benut om zichzelf in een gunstig daglicht te stellen: kijk, ik heb datgene gevonden dat jij nog zoekt. Onderliggende emotie: angst, verdriet en boosheid.
Het over-ambitieuze ego.
De materialistische levensvisie waarin we allen zijn opgevoed, gaat ervan uit dat geluk alleen te verwerven is door successen op het uiterlijke materiële vlak. Daardoor worden veel mensen ertoe verleid, zich overmatig in te spannen om een soort uiterlijk succes te behalen. Geld in overvloed te hebben en een hoge maatschappelijke positie te bekleden, worden abusievelijk beschouwd als gelukkig makend. Onderliggende emotie: angst.
Bij al deze voorbeelden van gestreste ego’s dienen we te begrijpen, dat onwetendheid over de ware aard van het leven eraan ten grondslag ligt. Iemand die geestelijk volwassen is, heeft de ware aard en essentie van het leven ervaren en begrepen als zijnde bewustzijn; absoluut vredig en gelukzalig bewustzijn. In de vedische literatuur wordt de essentie van de werkelijkheid sinds duizenden jaren beschreven als Sat-chit-ananda – Absoluut-gelukzaligheids-bewustzijn. Zodra men dit niveau van de werkelijkheid ervaren heeft, begint de geestelijke volwassenheid vorm aan te nemen. De ervaring van Sat-chit-ananda doet angst, verdriet en boosheid verdwijnen als sneeuw voor de zon. Het Sat-aspect van het ware zelf voedt het kennis-lichaam van onze ziel met ware, absolute kennis. Het geeft inzicht in waarheden die voor alle mensen en voor alle tijden gelden. Hierdoor wordt ons kennis-lichaam van binnen uit gevoed, en worden we wetende mensen. Het Chit-aspect van ons ware zelf voedt het ego-lichaam van onze ziel, en daardoor wordt het ego van binnen uit gevoed met zelfbewustzijn. Het ego komt in contact met de Bron van zijn identiteitsbesef. Dit heelt ons ego van allerhande onbalansen en ziekten (zie mijn artikel over de ziekten van het ego). Zo wordt ons ego krachtig en zonnig, positief en zelfbewust. Het Ananda-aspect van ons ware zelf voedt het gelukslichaam van onze ziel met gelukzaligheid, die nu eenmaal de inherente eigenschap is van het ware, goddelijke zelf. Zo gaat ons gelukslichaam stralen van geluk, simpelweg omdat het in voortdurend contact staat met de Bron van alle soorten geluk. Zo wordt onze persoonlijkheid verrijkt met een onderliggende basis die doordrongen is van geluk. Het geluk dat zijn thuis gevonden heeft in onze ziel, straalt spontaan door in onze geest (mentaal lichaam en emotioneel lichaam) en in ons fysieke lichaam. Onze ogen stralen de bezieling uit die we van binnen ervaren.
Dus in de ervaring van ons ware zelf hebben we de sleutel tot de normalisatie van ons ego. De bovengenoemde strategieën zijn gestreste vormen van functioneren van ons ego. Door ons te richten op de ervaring van ons ware zelf – de bron van het ik-besef van het ego – wordt ons ego verrijkt met het besef van onze ware identiteit, die in wezen goddelijk is. De ziel met zijn drie aspecten: ik-besef, kennis en geluk, ondergaat een holistische vorm van heling wanneer we ons ware Zelf leren kennen en ervaren. Dit is de essentie van alle vormen van spiritualiteit. ‘Spirit’ staat voor bewustzijn; spiritualiteit betekent dan ook in wezen niets anders dan de kennis en ervaring van ons eigen bewustzijn. Zodra we bewust worden van ons eigen bewustzijn, zien we in dat ons bewustzijn het bewustzijn is van alles en iedereen! Dan zien we in dat bewustzijn datgene is dat door de kerken God genoemd wordt. Dan zien we ook in, dat religies geen adequaat inzicht hebben in datgene wat ze God noemen. Dit komt omdat Zelfrealisatie tot op heden een zo zelden voorkomt.
Door nu te weten dat Zelfrealisatie in feite identiek is aan Godrealisatie, houden we op God buiten onszelf te zoeken. Dan gaan we God vinden in onszelf. Dan begrijpen we dat niet allen Jezus een zoon van God was, maar dat we allemaal zonen en dochters van God zijn. In India zegt men het nog duidelijker: we zijn een belichaming van God. Al wat een vorm aangenomen is, is een manifestatie van God, ofwel universeel bewustzijn. Dit is de uiteindelijke waarheid omtrent alles en iedereen. Door deze waarheid te kennen én te ervaren, wordt onze ziel geheeld van allerlei afwijkingen en ziekten. We worden eindelijk natuurlijk en normaal. We worden eindelijk ONSZELF in alle omstandigheden. In deze natuurlijke en ontspannen zelfbewuste toestand, houden we vanzelf op ons te bedienen van allerlei strategieën, die sowieso ondoeltreffend zijn.
Door ons te bezinnen op ons ware, goddelijke zelf, krijgen we vroeger of later de directe ervaring van ons ware Zelf. Dan weten we, dat we in wezen kosmische wezens zijn. Dan weten we, dat we goddelijk bewustzijn zijn, en dat we een ziel, geest en lichaam hebben, waarmee wij ONSZELF kunnen uitdrukken in de energetische en materiële wereld. Daar Sat, Chit en Ananda de drie basiseigenschappen zijn van ons bewustzijn, van ons ware Zelf, leren we ons geleidelijkaan met dit absolute en gelukzalige bewustzijn te identificeren. Zodra we innerlijk weten – en niet meer vergeten – dat we in wezen universeel en eeuwig gelukzaligheidsbewustzijn zijn, kunnen we eventueel opkomende angsten ogenblikkelijk managen. En zodra we angsten de baas zijn geworden, verdwijnen frustratie, verdriet en agressie uit ons leven. We leren te denken, te voelen, te spreken en te handelen TERWIJL we gevestigd zijn in onbegrensde, absolute gelukzaligheids-bewustzijn. In de Vedische literatuur van het aloude India wordt dit gezien als DE sleutel tot succes op alle gebieden van het leven. In de Bhagavad Gita bijvoorbeeld wordt deze formule voor succesvol handelen kort en bondig uitgedrukt: Yoga stha, kuru karmani – Gevestigd in eenheid, verricht handelingen. Leef je leven op basis van de ervaring van de EENHEID (Yoga betekent letterlijk eenheid) van het leven. Op het niveau van bewustzijn zijn we allen één.
Nu de kennis van bewustzijn eindelijk boven water gekomen is, is het voor iedereen mogelijk om op een snelle en moeiteloze wijze geestelijk volwassen te worden. Spiritualiteit kan nu op een wetenschappelijke manier begrepen en beoefend worden. Door introspectie en zelfobservatie ervaren we steeds diepere lagen van ons ziel-geest-lichaam systeem. Door dagelijks enige tijd te investeren in een moeiteloze stilte oefening, worden we geleidelijk aan bewust van ons eigen bewustzijn. Dan zien we in dat we in wezen goddelijk zijn. Dit zal een copernicaanse revolutie op het niveau van bewustzijn veroorzaken. Dit zal de mensheid vertrouwd maken met een nieuw Paradigma van de werkelijkheid: een op bewustzijn gebaseerd wereldbeeld, een op bewustzijn gebaseerd zelfbeeld en een op bewustzijn gebaseerd godsbeeld zal de lang gezochte eenheid brengen op persoonlijk, relationeel, nationaal en internationaal vlak.
© Drs. Frans Langenkamp, antropoloog, vedisch astroloog en vedanta expert. www.selfrealisation.net