Veel mensen leven in de veronderstelling dat ze hun Ego zijn. Ze identificeren zich (onbewust) met hun Ego en handelen vanuit het Ego. Waarschijnlijk hebben ze het niet eens in.de gaten dat ze zich gedragen vanuit hun Ego. Pas wanneer je je bewust wordt dat je een Ego hebt in plaats van dat je die zou zijn, kan je niet alleen het Ego van jezelf maar ook die van andere mensen ontmoeten en herkennen. Hoe kan je dat Ego herkennen? Ego stamt uit het Latijn en betekent letterlijk:
ik. Omdat het Ego iets is wat je hebt in plaats van wat je in werkelijkheid bent, geeft het
Ego een onjuiste waarneming van wie je bent. Het is vaak een foutieve en soms opgeblazen identificatie met een zelfbeeld, zelfdefinitie of zelfgevoel. Het is dat deel van de mens dat anderen nodig heeft om zichzelf te voorzien van eigenwaarde. Het Ego is de som van alle ingebeelde zelfdefinities die een mens zich eigen heeft gemaakt, al dan niet aangepraat. Een bijzondere variant in dit geheel is die van het collectieve Ego; een gezamenlijk gedeeld groeps ego waarachter individuele Ego’s zich soms schuilen om zich goed (of nog beter) te voelen. Volgens Eckhart Tolle is het Ego samengesteld uit twee’ aspecten namelijk: structuur en inhoud. Hoofdkenmerk van het Ego is zonder meer de identificatie met en de gehechtheid aan een bepaalde vorm of inhoud. De structuur van het Ego wordt bepaald door onder andere gedachtenvormen en woorden als: “ik”,”mij”, “mijn”, “ik ben”, “ik heb”, “ik moet”, “ik kan” en “ik wil MEER… ” . Voor het collectieve Ego gaat het uiteraard om gedachtenvormen als: “wij”, “ons/onze”, “wij zijn” etcetera. De structuur vormt hiermee een basis wat vervolgens opgevuld en aangekleed wordt door een inhoud.
De inhoud van het Ego is (heel) persoonlijk en inwisselbaar. Bij de één wordt de inhoud
bepaald door iemands status en baan waarvoor mensen respect moeten hebben: “ik ben psycholoog”, “ik ben arts”. Voor een ander wordt de 4 • Spiegelbeeld • januari 2011 inhoud van het Ego ingevuld door bezittingen, merkkleding, de vrijstaande koopwoning of een dure auto: “Kijk eens wat ik heb!” Andere voorbeelden van inhoudsvormen kunnen zijn: de godsdienst, het eigen lichaam, opgedane kennis/wijsheid, (specifieke) vaardigheden, eigen visie en meningen, voorkeuren, eigenlijk alles wat mij en/ of mijn betreft.
Begin van herkenning
Het Ego herkennen begint met het bewust worden van en inzien dat je niet je Ego bent, maar dat je een Ego hebt. Dat je een Ego hebt, blijkt uit het feit dat je je eigen Ego kunt observeren. Het Ego kan waargenomen worden. Het Ego is zogezegd het waargenomene. En het waargenomene, dat wat je observeert, kan natuurlijk niet datgene zijn wat je in Werkelijkheid bent. Veel mensen leven in de illusie dat ze wel hun Ego zijn. Zij identificeren zich met hun Ego, met hun gedachten, emoties, gedrag en zelfdefinities. Ze vereenzelvigen zich daarmee. Ze eigenen de gedachten (bijvoorbeeld: “ik ben intelligent”), de emoties (“ik ben depressief”) en gedrag (“ik ben alcoholist”) zich zelf toe. Ze koppelen zichzelf als eigenaar vast aan alles wat betrekking heeft op ik, mij en mijn. De tweede stap om je eigen Ego te leren herkennen is dus door het Ego te observeren. Je kunt alles van het Ego observeren: zijn denken, gedachten, zijn emoties en gedragingen. Door te observeren neem je afstand van wat je aan het observeren ‘bent en kom je er meteen al van los. Wanneer je daar van loskomt, kan de identificatie al niet meer totaal zijn. Het observeren van het Ego heeft daarmee een belangrijk voordeel. Wanneer je het Ego kunt observeren op het moment dat het er is (als iets wat verschijnt en verdwijnt), zonder je er mee te identificeren, is dat letterlijk en figuurlijk Verlichting.
Ontmoeting met het Ego
Wanneer je gaat observeren dan zal je je eigen Ego, maar ook dat van anderen, snel genoeg ontmoeten. Je komt het Ego vaker tegen dan je denkt. Het duikt vrij makkelijk op in allerlei verschillende situaties. De hoofdoorzaak van het optreden van het Ego is vaak “niet-acceptatie” in. de breedste zin van het woord. Ergens wordt er door het Ego “iets” niet geaccepteerd. Datgene wat er zich op dat moment aandient, wordt niet geaccepteerd. Het Ego gaat daar niet mee akkoord. Niet acceptatie uit zich veelal in verzet. En juist dat verzet is een herkenbaar punt van het Ego in actie. Dit verzet zorgt er niet voor dat het Ego verdwijnt, nee, het brengt juist nog meer Ego en daardoor nog meer lijden met zich mee. Verzet houdt het Ego dus in stand. Het verzet kan op vele manieren tot uiting komen. Het duidelijkst is wanneer het verzet van het Ego zich uit in boos/kwaad worden. Veelal bestaat het verzet dan uit schelden, vloeken, of soms heftiger uitend in schoppen, slaan, vechten, steken of schieten. Zinloos geweld is hierin een extreem voorbeeld waar het Ego van de één, schade toebrengt aan de ander.
Emoties van het ego
Niet zelden kan de boosheid ook slechts tegen de eigen persoon gericht zijn. Dan zijn andere vormen van verzet zichtbaar. Men gaat zichzelf verrot schelden, zichzelf verwijten maken, zichzelf beoordelen of veroordelen, zichzelf voor de kop slaan, of zich zelf naar beneden halen. Het niet accepteren van “iets”, _een situatie of het verleden of wat er op dat moment gebeurt, kan dan ontaarden in vreetbuien, of juist niet eten, grijpen naar de alcohol of drugs of andere vormen van zelfbeschadiging (krassen, snijden, branden, stompen, bonken). Naast boosheid zijn er tevens andere emoties die duiden op verzet van het Ego: zoals ontevredenheid, eenzaamheid, somberheid, schuld, verdriet of angst. Bij ontevredenheid kan het verzet makkelijk herkend worden aan het klagen wat een persoon dan doet: klagen over de situatie, de ander of over zichzelf, of jammeren, zeuren of vervallen in zelfverwijt dan wel zelfmedelijden. De ontevredenheid kan er ook juist toe leiden dat mensen op zoek gaan naar zaken buiten zichzelf die voor de gewenste tevredenheid, het “felbegeerde geluk”, moeten zorgen. Eenzaamheid en somberheid kunnen zich soms op een zelfde
manier uiten door zichzelf af te zonderen en tot niets meer komen; men wordt dan inactief of passief.
Moeite om te accepteren
Specifieke gebeurtenissen kunnen eveneens aanleiding zijn om het Ego te ontmoeten. Het kan dan
gaan om zeer uiteenlopende gebeurtenissen; vooral onverwachte onaangename gebeurtenissen spelen.
een rol. Te denken valt aan situaties waarin het (absoluut) niet gaat zoals JIJ dat wil(de). Het gaat
niet zoals jij hoopt(e) of verwacht had. Dat vindt het Ego moeilijk. Dan kan meteen een vorm van
verzet om de hoek komen kijken. Vaak zien we dan de al eerder genoemde boosheid c.q. frustratie. Of
het kan gaan om het idee/ gevoel of het feit dat je tegengewerkt wordt, dat het tegenzit, of dat je iets
moet doen waar je geen zin in hebt of wat je niet wil doen. Dat levert voor het Ego moeite op om dat te
accepteren.
Andere herkenbare situaties kunnen zijn: dat je je gekwetst voelt wat verzet oproept. Je voelt je in je
eer aangetast of op je pik/ ziel getrapt of men heeft je Ego een knauw gegeven, omdat iemand iets verkeerds heeft gezegd of iets waar je het (absoluut) niet mee eens bent. Je voelt je gekrenkt; onrecht aangedaan, beoordeeld of veroordeeld of afgewezen. Dan treedt ook niet zelden het verzet vanuit het Ego op de voorgrond: je haalt uit naar de ander, je wordt boos en gaat schelden of je gaat de ander beoordelen of veroordelen of je krenkt de ander op eenzelfde manier. Het Ego streeft altijd naar zelfbehoud. Dus vooral in situaties waarin het Ego bedreigd wordt of aangevallen wordt of men het idee heeft dat het Ego in gevaar is, zullen niet acceptabel zijn. Het Ego zal dan zeker in verzet
komen. Naast onaangename gebeurtenissen kunnen aangename gebeurtenissen eveneens een demonstratie geven van de aanwezigheid van het Ego. Dan ontmoeten we veelal mensen die zich marineren in hun Ego vanwege de functie en daaraan gekoppelde machtspositie die ze bekleden, de populariteit die ze genieten, de scharen van dames die men achter zich aan heeft hobbelen, of situaties waarin mensen naast hun schoenen gaan lopen. Het kan de bekendheid zijn die hun Ego streelt, de aandacht en bekijks die ze trekken, of de “goddelijke” status die ze menen te belichamen. Of het betreft een gebied waarbij men aan anderen kan laten zien waar men in uitblinkt, of wanneer er ergens wat te halen of te “winnen” valt.
Het Ego streeft altijd naar zelfbehoud
Psychologisch gezien kunnen we het Ego o.a. ontmoeten in het egoïsme, perfectionisme en narcisme. Bij het egoïsme is dat niet zo moeilijk voor te stellen, omdat de persoon zichzelf helemaal identificeert met wat hij denkt, voelt en vooral doet in zijn eigen belang. Hierin speelt vaak de emotie verlangen een rol. Men heeft dan een (niet te stuiten) verlangen om iets te willen, iets te willen hebben, iets te willen kunnen, te willen zijn, te willen doen en/ of te willen ervaren. Bij perfectionisme is het Ego herkenbaar via het verzet vanuit de emotie ontevredenheid en vanuit de gedachte van alles te moeten. Het resultaat wat zich aandient is niet naar tevredenheid. De eisen worden nog hoger bijgesteld en men gaat weer verder met het buiten zichzelf zoeken naar “meer”, “beter”, “luxer” enz. Narcisme ligt meer in de persoonlijkheid. Een narcist is een “egofiel”.
Het Ego vindt zichzelf dan geweldig! Het Ego is zelfverzekerd, wil graag gelijk hebben én krijgen en
laat aan de omgeving zien hoe goed, knap, slim, deskundig hij wel niet is: “kijk mij eens!”. Hierbij
voeden de positieve reacties vanuit de omgeving alleen maar het narcisme van die persoon. Immers: het Ego is altijd gericht op het beter willen/moeten zijn dan de ander; de ander de loef afsteken, desnoods ten koste van de ander om zich zelf goed te blijven voelen. Veel problemen ontstaan vanuit een identificatie met en gehechtheid aan het Ego.
Focus op verschillen
Mensen identificeren zich met hun werk, vaardigheden of bezittingen. Als er iemand dan iets durft
te zeggen over jouw prima klusresultaten, of jouw nieuw verworven bezit bekritiseert, dan zegt de
ander meteen iets over jou (w Ego). Het Ego is vaak bezig zichzelf te vergelijken met de ander en dan
tot allerlei oordelen, kritiek en verwijten te komen. In dit opzicht is het Ego gericht op afgescheidenheid en gefocust op verschillen tussen zijn eigen Ego en het Ego van de ander. Waarin kan ik nog beter worden/zijn dan de ander? Wat heeft de ander meer dan ik? Kan ik hierin nog wedijveren? Het Ego is veelal gericht op méér willen/moeten hebben of meer willen kunnen dan een ander, materialistisch ingesteld, gericht op status, prestige, macht, kracht, winnen en superioriteit over de ander.
Denken en illusies
Het Ego is tevens gewend om te denken in dualiteiten; in termen van goed slecht, betrouwbaar onbetrouwbaar, mooi lelijk, ik jij enz. Daardoor kan het Ego snel uit balans raken en makkelijk de controle verliezen over zijn emoties. Daarom wil het Ego graag controle behouden over zichzelf (en als het kan ook over anderen, want dat betekent weer lekker macht) Controleverlies kan dan gelijk staan aan gezichtsverlies. Het Ego loopt dan een deuk op en dat wil het Ego juist voorkomen. Die wil namelijk niet afgaan, geen fout maken noch een flater slaan, want dat is slecht voor zijn imago. Daarom kan het zo slecht tegen kritiek. Het Ego is veel bezig met doen en nauwelijks met
zijn. Het is vooral veel aan het denken: vooruitdenken aan de toekomst en het analyseren van het verleden, waardoor het Ego niet alleen moeite heeft met het huidige moment, maar daar ook vaak aan voorbijgaat. Het heeft “nauwelijks of geen besef van tegenwoordigheid van de kracht van het nu”
en het leven in het huidige moment. Het Nu is vaak te moeilijk voor het Ego, want dan wordt het Ego
gedwongen zich over te geven aan een staat van zijn en ervaren. Het Ego verkeert soms liever in een
staat van denken en illusies.
Slot: de illusie van het Ego.
De conclusie na de ontmoeting en kennismaking met het Ego is: “We zijn niet ons Ego, we zijn niet
ons onware Zelf!” We kunnen hooguit zeggen dat we een Ego hebben en iets wat we hebben daar
kunnen we ons van onthechten, niet van wat we in werkelijkheid zijn. Dit vraagt dat we ons bewust
worden van ons Ego en dat we de illusie doorzien. We mogen in deze tijd van spirituele ontwikkeling
ons Ego transformeren. Belangrijk hierin is het observeren van het Ego. Maar wat kunnen we vervolgens doen als we het
binnen die ontmoeting geobserveerd en herkend hebben?
Artikel uit Spiritualiteit Januari 2011 door Nico Appelman